Van de Wolfshaar en Van Daalen 2024. Verstoring zandwinning voor de zwarte zee-eend

RWS heeft Wageningen Marine Research opdracht gegeven om na te gaan of diep gelegen foerageergebieden van de zwarte zee-eend even belangrijk zijn als ondiep gelegen foerageergebieden. De  vraag is hoe zandwinning in dieper water op de Noordzee de kwaliteit van foerageergebieden van de zwarte zee-eend beïnvloedt.

Het zou bijvoorbeeld kunnen, dat diep water al ongeschikt is als foerageergebied voor de zwarte zee-eend zonder zandwinning, en in dat geval heeft zandwinning geen negatief effect op het foerageergebied van de zwarte zee-eend. Om deze vraag te beantwoorden wordt een model studie gedaan om te bepalen voor welke combinaties van verstoring en stroming in een foerageergebied de zwarte zee-eend een netto positieve dan wel negatieve energiebalans heeft gedurende een winter.

MEP_Headerbeeld-ZwarteZee-eend

Hiervoor is het SCOTERS model gebruikt (van de Wolfshaar et al. 2023), voor diep (20m) en ondiep (5m) en veel en weinig voedsel. Daarnaast is er een expertraadpleging geweest en heeft Rijkswaterstaat uitvraag gedaan naar de werkzaamheden omtrent zandwinning en wordt bepaald of de modeluitkomsten laten zien of er ruimte is voor zandwinningsactiviteiten zonder negatieve effecten op de energiebalans van de zwarte zee-eend.

Conclusie: op basis van het energiebudget van de zwarte zee-eend, een dieper gelegen Spisula-bank even belangrijk is voor de voedselinname als een ondiep gelegen bank. Op  basis van de modelresultaten en andere informatie lijken er geen omstandigheden te zijn waarbij zandwinning en vaarbewegingen naar een zandwingebied zonder verstoring plaats kunnen vinden. Er zal blijvend rekening moeten worden gehouden met de zwarte zee-eend.

Verstoring zandwinning voor de zwarte zee-eend. Kansen voor transport en winning. Wageningen Marine Research, mei 2024.  Van de Wolfshaar, K.E. en Van Daalen S.