Wat is een ‘schelpenbank’?

Bij zandwinning moet er minstens 100 meter afstand worden gehouden van schelpdierbanken. Maar wanneer spreken we dan van een schelpdierbank? En waar zijn deze schelpenbanken te vinden voor de Nederlandse kust? Wageningen Marine Research verkende in opdracht van Rijkswaterstaat hoe schelpdierbanken beter kunnen worden herkend.

Maar ook, hoe ze beter in kaart kunnen worden gebracht, zodat ze bij de zandwinning ontzien kunnen worden.

Volgens de vergunning voor zandwinning vanuit de Omgevingswet ontgrondingsactiviteit moet er bij het opzuigen van het zand minstens 100 meter afstand zijn van schelpdierbanken. De verschillende soorten schelpdieren vormen immers een belangrijke bron van voedsel voor allerlei dieren in of op zee, waaronder de voor de Noordzee kenmerkende zwarte zee-eend. Wanneer beschouwen we een verzameling schelpen als een schelpenbank? En hoe kunnen we die in kaart brengen, zodat we er ruim omheen kunnen werken bij de zandwinning?

Wageningen Marine Research heeft in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar een definitie die ons helpt om beter rekening te houden met de schelpdierbanken op de Noordzeebodem.

Op het oog

Een duidelijke definitie van een schelpdierbank was er namelijk nog niet. Nu kunnen zandwinners de aanwezigheid van schelpdierbanken alleen afleiden uit de WOT-schelpdiermonitor. In de praktijk moeten zij tijdens het winnen steeds in de gaten houden of er schelpdieren omhoog komen met het zand. Zodra daarin op het oog een significante hoeveelheid schelpen zit, moeten ze stoppen en 100 meter verderop doorwerken.

Moeilijk detecteren

De studie van Wageningen Marine Research focust op de soort Spisula subtruncata (halfgeknotte strandschelp), omdat die een belangrijke voedselbron is voor de beschermde zwarte zee-eend.

Mosselen en oesters leven óp de Noordzeebodem leven en vormen daar samen een rif. Maar de Spisula leeft ín het zand. Daarnaast komen de Spisula ook wel in concentraties voor, maar hechten de schelpen zich niet aan elkaar vast. Dat maakt het bij deze soort een stuk moeilijker om een schelpenbank te herkennen en te detecteren. Daardoor is het in dit onderzoek uiteindelijk niet gelukt om tot een definitie te komen waarmee lokaal kan worden vastgelegd of er sprake is van een schelpdierbank.

Belang voor eenden

Wel komen de onderzoekers tot een definitie op een abstracter niveau. Hierbij kijken zij zowel naar de WOT-schelpdiermonitor als naar het vóórkomen van zwarte zee-eenden op een locatie.

De WOT-schelpdiermonitor geeft een indicatie van het aantal individuele schelpen per m2 binnen een vak (grid) van een in de WOT-schelpdiermonitor vastgestelde oppervlakte. Zo'n vak kan variëren van enkele tot tientallen hectares. Met deze inschatting per vak kan in kaart worden gebracht hoe deze schelpensoort verdeeld is langs de Nederlandse kust. In deze studie is dit gedaan voor de Spisula.

Vervolgens keken de onderzoekers naar het vóórkomen van zwarte zee-eenden nabij Spisula-concentraties en het minimum aantal schelpdieren dat de eenden nodig lijken te hebben om een locatie als aantrekkelijk foerageergebied te beschouwen. Volgens deze definitie kunnen we voor deze soort spreken van een schelpdierbank binnen een WOT-vak bij 1000 jonge schelpen per m2, of 100 volwassen schelpen per m2.

Beschermen

Met behulp van deze definitie kunnen zandwinners zich beter voorbereiden bij de keuze waar zand gewonnen kan worden, als zij schelpdierbanken tijdens de zandwinning willen vermijden. Deze definitie is vooral nuttig in de voorbereidende fase van werkzaamheden. Zandwinners kunnen bepalen of ze in een gebied gaan werken waar schelpdierbanken te verwachten zijn. Dit doen ze met behulp van de WOT-schelpdiermonitor en gegevens over het voorkomen van zwarte zee-eenden.

Deze werkwijze past ook Rijkswaterstaat Kustlijnzorg toe in hun werkzaamheden. Tijdens het winnen zelf zal nog steeds met het oog moeten worden gekeken of er ook echt significant veel schelpen met het zand meekomen.

Daarnaast pleiten de onderzoekers voor de bescherming van kustgebied met hoge concentraties schelpdieren. Met beschermen van 1.5% van de kustzone zou al 50% van de schelpdierpopulatie gediend zijn.


J.A. Craeymeersch, E. Velilla. Shellfish aggregations in the Dutch waters: an exploration towards a definition of a shellfish bed

Cover_Shellfish aggregations in Dutch waters, defintion shellfish bed