Hoe herstelt het bodemleven na zandwinning?

Gepubliceerd 18 januari 2022

Op de bodem van de Noordzee wemelt het van de dieren. Bodemdieren vormen een onmisbare schakel in het mariene ecosysteem. We winnen grote hoeveelheden zand uit de Noordzee. Na zandwinning laten we het landschap onderwater kaal achter. Het duurt dan even voor de bodemdieren terugkomen en het gebied 'rekoloniseren'.

Onderzoek rekolonisatie

Na oppervlakkige zandwinning, van minder dan 2 meter diep, kan het bodemleven zich binnen enkele jaren herstellen. Bij diepere zandwinning is de vraag óf en hoe snel dit gebeurt. In een diepe zandwinput zijn de omstandigheden zoals licht, golfwerking, stroming en slibdepositie niet meer zoals aan het oppervlak van een nog niet verstoorde zeebodem. Daarom laten we nu onderzoeken hoe het bodemleven zich ontwikkelt na 3 tot 6 meter diepe zandwinning.

In dit onderzoek wordt eenmalig de bodemdiergemeenschap en het sediment bemonsterd. Dit doen we in 4 zandwinvakken waarin al zand is gewonnen, en in 4 naastgelegen referentiegebieden. Uit de gekozen zandwinvakken is op verschillende momenten in het verleden zand gewonnen: 2010, 2014, 2018 en 2020. Deze zandwinvakken kunnen we onderling vergelijken. Op deze manier krijgen we inzicht in de ontwikkeling van een zandwinvak over een tijdspanne van wel 12 jaar, terwijl we maar 1 jaar veldonderzoek hoeven doen.

Plakken en hapjes

De onderzoekers van het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) zijn in februari 2022 uitgevaren. Met een speciale bodemschaaf (Triple D) hebben ze tientallen plakken zeebodem afgeschaafd en onderzocht op grote bodemdieren zoals schelpdieren, zeesterren en zandspiering.

20190302_ schaaf NIOZ_copyright Eurofins
Triple D-schaaf van NIOZ aan boord (foto Eurofins)

Medewerkers van Eurofins AquaSense zijn in maart 2022 uitgevaren met een 'boxcorer'. Dit is een instrument voor het nemen van bodemmonsters. Hiermee hebben ze 320 hapjes van de zeebodem genomen. Deze gaan ze in het lab verder uitzoeken op kleine bodemdieren zoals wormpjes, kreeftachtigen en kleine schelpdieren. Ook kijken ze naar sedimenteigenschappen en andere factoren.

Voorproefje

Volgend jaar, in 2023, verwachten we de onderzoeksrapportages. De veldcampagne van het NIOZ geeft al een voorproefje van de te verwachten resultaten. Ondanks de stormachtige omstandigheden was de campagne succesvol. In de referentiegebieden zagen de NIOZ-onderzoekers een grote rijkdom en verscheidenheid aan soorten. Waaronder enorme hoeveelheden zeesterren en zandspiering. Dit verschilde duidelijk van de observaties in de zandwinputten. Hier lijken vaker slibrijke condities voor te komen en andere soorten bodemdieren. Genoeg reden dus om verder het veld en de resultaten in te duiken en dit tot op de bodem (en daaronder) uit te zoeken.