Onderzoek met speciale multi-beam

2 kokkels in zand. Foto Oscar Bos

Onderzoek met speciale multi-beam

Bij het winnen van zand moeten schepen minimaal 100 meter bij een levende schelpdierenbank vandaan blijven. Hiervoor is het nodig te weten waar de levende schelpdierbanken zich bevinden. In het in 2021 gestarte onderzoek gaat de Technische Universiteit Delft samen met andere partijen de bestaande techniek van echolocatie verder ontwikkelen. De data wordt verzameld met behulp van een multi-frequente multi-beam echo sounder (MF-MBES). De onderzoekers proberen deze data zodanig te bewerken en te analyseren, dat schelpdieren zowel op als in de bodem gevonden kunnen worden.

De multi-beam is een veelgebruikt apparaat op schepen, waarmee onder andere de diepte van de zeebodem vlakdekkend gemeten wordt. Momenteel kan er alleen op de zeebodem gemeten worden. De meeste schelpdierbanken in Nederlandse Noordzee bevinden zich onder het bodemoppervlak. Door het gebruik van lagere frequenties kan de speciale MF-MBES ook doordringen in de bodem, en daarmee structuren detecteren die onder het bodemoppervlak liggen. De MF-MBES kan verschillende frequenties vlak na elkaar uitzenden, waarbij lage frequenties dieper zullen doordringen in de bodem dan hoge frequenties. De snelheid waarmee de uitgezonden frequentie weer wordt opgevangen door de MF-MBES zegt iets over de grootte en hardheid van het materiaal.

Meetprotocol

Het doel is te komen tot een karakterisering van sedimenttypes op en in de zeebodem. Ook schelpdieren en andere objecten in de bodem kunnen hiermee mogelijk in kaart worden gebracht. Om dit te realiseren worden in het onderzoek data-analysetechnieken ontwikkeld die de multi-spectrale data optimaal gebruiken. Daarnaast wordt er een meetprotocol ontwikkeld, zodat andere gebruikers van de MF-MBES de ontwikkelde methoden makkelijk kunnen toepassen.

Het door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gehonoreerde onderzoek wordt zowel financieel als functioneel ondersteund door verschillende partijen, waaronder Rijkswaterstaat en Stichting La MER. Ook onderzoeksinstituten, baggeraars en softwarebedrijven zijn aangesloten. Deze partijen nemen ook plaats in de gebruikerscommissie en blijven gedurende het project betrokken. De uitvoering van het project ligt bij een PhD-student en een Postdoc in dienst van de Technische Universiteit Delft.