Koomans 2010. Slibmonitoring Noordzee. Fingerprint analyse.

In het kader van grootschalige zandwinning op de Noordzee voert Deltares (in opdracht van Rijkswaterstaat Noord-Holland en Stichting La Mer) onderzoek uit naar de mogelijke gevolgen van het opwervelen van fijn slib tijdens baggerwerkzaamheden op de Noordzee. Eén van de onzekerheden bij dit onderzoek is het vermogen van de waterbodem om als buffer voor fijn slib te fungeren. Om inzicht te krijgen in dit bufferend vermogen, is een monitoringscampagne opgestart waarmee de variatie in het slibgehalte over een jaar wordt gemeten. Hierbij worden zowel metingen gedaan van het slibgehalte in de waterkolom (zwevend slib) als metingen aan de waterbodem. In deze studie naar slibgehalten op de Noordzee, zijn metingen verricht met het Medusa systeem. Dit Medusa systeem meet concentraties van een aantal van nature voorkomende radionucliden: kalium, uranium en thorium. Uit eerdere studies is gebleken dat verschillende mineralen (bijvoorbeeld klei, zand), verschillende concentraties radionculiden bevatten. Wanneer de specifieke radionuclide concentraties per mineraaltype bekend zijn (de zgn. ‘radiometrische fingerprint’ ) kan uit de in het veld gemeten concentraties kalium, uranium en thorium een mineraalgehalte worden afgeleid. In de studie beschreven in dit rapport zijn monsters geanalyseerd om de fingerprint van slib en zand af te leiden.