Slim zandwinnen

kamster-Obos

Gebieden die geschikt zijn voor de winning van suppletiezand en ophoogzand in de komende jaren. Daarnaar waren we op zoek in 2016. Tijdens het grootschalige geologisch onderzoek op zee zijn meer dan 100 potentiële zandwingebieden onderzocht.

Doel

Het doel van het geologisch onderzoek was om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het beschikbare zand, met name de slibconcentraties in de ondergrond. Zandwinning zorgt voor een grote toename van slib in het ecosysteem van de Noordzee. Dit kan op lange termijn mogelijk negatieve gevolgen hebben voor de natuur in de Noordzee, Voordelta en Waddenzee. Door gebieden met een laag slibpercentage te selecteren als zandwingebied, kunnen op voorhand eventuele effecten van het vrijkomen van slib tijdens de winning worden beperkt.

Ook wilden we weten of er in de potentiële gebieden stoorlagen, zoals veenlagen of fossiele schelpenlagen voorkwamen, die zandwinning in de weg zouden kunnen staan. Daarnaast is gekeken naar de korrelgrootte van het beschikbare zand. Dit is belangrijk omdat er bij voorkeur op stranden wordt gesuppleerd met zand met een vergelijkbare korrelgrootte als het oorspronkelijk aanwezige zand.

zirfaea
De Zirfaea werd ingezet voor het onderzoek op zee

Kennis van de bodem voor zandwinning langs de Nederlandse kust

Het onderzoek bestond uit 3 fasen. Fase 1 was een geologische voorstudie van alle potentiële zoekgebieden, op basis van bestaande informatie en kennis. Hieruit kwamen ook zoekgebieden naar voren, waarvan onzeker is of ze geschikt zijn voor zandwinning. Bijvoorbeeld vanwege lage informatiedichtheid, grote geologische verscheidenheid en/of lage voorspelbaarheid (heterogeniteit). Voor deze gebieden is in fase 2 gericht aanvullende (geologische) informatie verzameld op zee, door middel van seismisch onderzoek en boringen. Deze informatie is vervolgens uitgewerkt in het lab. Hiermee konden de onzekerheden worden verkleind. De verzamelde informatie is in fase 3 gebruikt om tot een definitief oordeel te komen over de geschiktheid voor alle potentiële zoekgebieden voor zandwinning.

Identificatie kansrijke gebieden

De resultaten van het onderzoek zijn ingedeeld in 3 regio's: Wadden, Hollandse Kust en Zeeuwse Delta. Daarnaast werden 10 subregio's onderscheiden. Uit analyses van de korrelgrootte van materiaal uit de boringen blijkt dat van de 3 regio's de Wadden het fijnste sediment en de Zeeuwse Delta het meest grove sediment bevat. De korrelgrootte aan de Hollandse Kust is relatief uniform verdeeld.

De kwaliteit van de aanwezige stoorlagen (veen, klei, keileem en stenen, of >25% slib) zijn onderzocht op basis van boorfoto's, boorbeschrijvingen en een eerste interpretatie van de seismische data. Dit is gedaan in 105 potentiële zoekgebieden. Uiteindelijk zijn hierdoor 53 potentiële zoekgebieden geschikt bevonden voor zandwinning.

De totale te verwachten slibfractie neemt gemiddeld af met 36% in de (sub)regio's, wanneer geologische kennis en data wordt meegenomen voor de laterale en dieptebeperkingen. De gemiddelde slibfractie voor deze gebieden varieert dan tussen de 1,7% en 3,3%.

Deze gegevens zijn daarna onder andere gebruikt in het modellenonderzoek naar de ecologische effecten van toegenomen slibconcentraties in de Noordzee als gevolg van zandwinning (Van Duren et al. 2017).

payoffzandwinning280x144